Schiedam, vanaf het begin


De Lange Haven in Schiedam. Foto: Nederland in beeld
Schiedam heeft zijn bestaan te danken aan edelman Dirk van Bokel die rond 1230 een dam heeft aangelegd om het polderland te beschermen tegen het zeewater. Zijn dam had nog meer voordelen: schepen konden door de dam niet verder landinwaarts en moesten hun lading bij Schiedam overladen naar andere schepen. Dat leverde werk op zodat al snel een nederzetting ontstond. Deze kreeg de naam Nuwer Scye. Het gebied rond de monding van de Schie werd de toegang tot het graafschap Holland.

'Huis te Riviere'
In 1258 kocht Aleida van Holland, gravin van Henegouwen, tante van graaf Floris V en zus van graaf Willem II van Holland, bij haar huwelijk met Jan van Avesnes het oostelijke deel van de dam en het poldertje om er in 1262 het kasteel 'Huis te Riviere' te bouwen. Restanten van een donjon, die deel uitmaakte van dit kasteel, zijn nog altijd te zien in het centrum van Schiedam, naast het Stadskantoor aan de Broersvest. De ruïne is niet voor het publiek toegankelijk, maar wel zichtbaar vanaf de openbare weg. 
Donjon met Vrouwe Aleida, foto: Het Schiedammertje
Verder stichtte Aleida in Schiedam een kerk en een gasthuis en verleende zij het dorp in 1275 namens de graaf een ‘keur’ (een reglement met speciale rechten). De stad Schiedam was een feit.

Haringvangst
In Aleida`s tijd was Schiedam vooral een havenstadje van bescheiden omvang, maar de nederzetting groeide snel door de belangrijke handelsroutes over de Maas en de Schie. Door het aanslibben van de Maasoever en de concurrentie van Delft en Rotterdam, die in 1340 een verbinding tussen Schie en Maas mochten aanleggen, ging het belang van de haven echter snel achteruit.Tevergeefs werd geprobeerd het tij te keren door havens te kanaliseren. Helaas moest Schiedam haar leidende positie afstaan. De stad moest zich beperken tot de haringvast. Deze bleef tot in de zeventiende eeuw de belangrijkste bedrijfstak.

Heilige Liduina
Vanaf de vijftiende eeuw bloeide de devotie op rond de Heilige Liduina, die in Schiedam leefde. Na een val op het ijs op veertienjarige leeftijd in de strenge winter van 1394-1395, raakte zij verlamd en was tot haar dood in 1433, aan bed gekluisterd. Zij maakte grote indruk op de vele bezoekers die zij kreeg en vooral op chronisch zieken voor wie zij een grote troost was.
Liduina die ten val kwam op het ijs. Foto: Schaatsvereniging Utrecht

Moutwijnindustrie
Omstreeks 1700 maakte de haringvisserij definitief plaats voor de moutwijnindustrie. De branderijen lokten veel brandersknechten uit Brabant en Duitsland naar Schiedam. De achttiende eeuw was Schiedams 'Gouden Eeuw'. Tot omstreeks 1910 stond alles in het teken van de uit kleine bedrijven bestaande moutwijn- en jeneverindustrie. Op het hoogtepunt, in 1883, waren 3500 Schiedammers hiervan afhankelijk.

Molens
Foto: Explow
De vijf korenmolens, De Noord, Walvisch, Drie Koornbloemen, Nieuwe Palmboom en Vrijheid, behoren tot de hoogste molens ter wereld - omdat zij boven de hoge pakhuizen uit moesten steken. Een groot aantal voormalige branderijen herinneren nog aan de branderstijd. In één ervan, gevestigd aan de historische Lange Haven, is het Jenevermuseum gevestigd. 

Sinds maart 2006 heeft Schiedam een zesde (moderne) molen, De Nolet. Die is nu met een hoogte van meer dan 43 meter de grootste molen ter wereld en produceert energie. De vergane molen De Kameel (1715-1868) is herrezen. De bouw is in 2008 gestart en sinds 14 mei 2011 is de molen voor gebruik opgeleverd.
                                                            


Zwart Nazareth
Tussen 1890 en 1910 takelde de jeneverindustrie langzaam af door de concurrentie van moderne gist- en spiritusfabrieken. Op ieder gebied trad verstarring op. Schiedam kon zich maar niet losmaken van de industrie die de naam van deze stad in de wereld vestigde. De werkende bevolking, die toch al nauwelijks had geprofiteerd van de welvaart, raakte in bittere armoede. Het leven in Zwart Nazareth, zoals Schiedam werd genoemd vanwege de eeuwige roetwolken die boven de stad hingen, werd nog een tintje zwarter.

Scheepsbouw
Scheepswerf Gusto, foto: Rotterdam Babbelbox
De komst van de Werf Gusto in 1905 markeerde het begin van Schiedam in de scheepsindustrie. De scheepsbouw beheerste de plaatselijke economie tot circa 1980. Scheepsreparatiebedrijf Wilton Fijenoord groeide uit tot de grootste werkgever van Schiedam, met op het hoogtepunt 7500 werknemers.
De concurrentie van goedkoper werkende Koreaanse en Taiwanese werven leidde tot de ondergang van de Schiedamse industriële reuzen. Vandaag de dag kampt de gemeente nog steeds met de naweeën van de monoculturen van de jenever en de scheepsbouw.

Schiedam Oost, foto: Progressief Schiedam
Oost
De wijk Schiedam-Oost is gebouwd tussen 1880 en 1960 en ligt tussen het centrum van Schiedam en de Rotterdamse wijk Oud-Mathenesse. Schiedam-Oost wordt begrensd door de Broersvest en de Schiedamse Schie in het westen, de Horvathweg in het noorden, de Hogenbanweg in het oosten en de Rotterdamsedijk in het zuiden. 

Het grootste deel van de wijk is gebouwd in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Schiedam-Oost bestaat voor ongeveer vijftig procent uit koopwoningen en telt ongeveer 11.000 inwoners.






Groei aantal inwoners in de periode 1910 - 1942

Het aantal inwoners is in de periode ca. 1900 - 1940 meer dan verdubbeld.
  

.

Wilt u meer weten over de geschiedenis van Schiedam, zie onderstaande links:

Historische Vereniging Schiedam
'Geschiedenis van Schiedam', door drs. G. van der Feijst, standaardwerk tot de 19e eeuw (PDF).

Bronnen: 
Wikipedia 
De Geschiedenis van Zuid-Holland
Gemeente Schiedam 
Het Schiedammertje